Intro

Kinderen zijn verbonden met hun ouders en familie, hoe oud ze ook zijn, waar ze ook wonen of opgroeien. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind bepaalt dat een kind het recht heeft om contact met beide ouders te onderhouden, ook al is het kind door een rechtelijke beslissing van hen gescheiden.

Contact met je kind

Contacten tussen je kind en jou als ouder zijn belangrijk voor de identiteitsontwikkeling en het gevoel van eigenwaarde van je kind. Elk kind heeft het recht om op regelmatige basis contact met zijn ouder(s) te onderhouden, tenzij dit in strijd is met zijn/haar belang. De leeftijd, ontwikkelingsfase, problematiek, wensen en behoeften van je kind spelen de belangrijkste rol bij het bepalen van de aard en de frequentie van de contacten.

De relatie met je kind onderhouden

Als ouder met ouderlijk gezag heb je recht op contact met je kind. Dit hoeft niet altijd fysiek contact te zijn. Ook via bijvoorbeeld telefoon, post, internet en familie kunnen contacten onderhouden worden. Contacten tussen jou en je kind spelen een grote rol gedurende de periode dat je kind in een pleeggezin woont. Daarom is het van belang om hierover afspraken te maken met alle betrokkenen. Deze afspraken gaan bijvoorbeeld over frequentie, duur, locatie en veiligheid van het bezoek aan en contact met je kind. Pleegouders geven aan wat zij kunnen betekenen in de bezoekregeling tussen ouder en kind. Hierbij houden we rekening met de beschikbaarheid en mogelijkheden van de pleegouders. Denk hierbij bijvoorbeeld aan halen en brengen, feestdagen of weekends. Om te komen tot een goede bezoekregeling voor alle betrokkenen, werkt Youké met de ‘Checklist Oudercontacten in de Pleegzorg’ (CHOP). De CHOP is een hulpmiddel om op een objectieve en inhoudelijk onderbouwde wijze te checken hoe kinderen en ouders hun relatie zo ontspannen en betekenisvol mogelijk kunnen onderhouden.

Hoe vaak en waar zie ik mijn kind?

Bij een kortdurende (crisis)plaatsing (hulpverleningsvariant) in een pleeggezin is het voor kinderen en jongeren van belang dat contacten met jou/jullie als ouder(s) frequent zijn om een eventuele terugplaatsing mogelijk te maken. Bij een langdurende plaatsing (opvoedvariant) is het ook belangrijk dat je kind een band met zijn/haar pleegouders kan opbouwen en dat het daarnaast contact kan hebben met de jou als ouder. De frequentie van de bezoeken wisselt per situatie en is ook afhankelijk van de relatie tussen je kind en jou voorafgaand aan de uithuisplaatsing. Woont je kind bij familie, dan besteden we hier extra aandacht aan. Ook is de mate van spanning bij je kind, die de bezoeken en/of contacten met zich meebrengen, bepalend voor de invulling van het contact met jou als ouder. Het contact vindt (onder begeleiding) plaats op een voor je kind, zowel emotioneel als fysiek, veilige plek. In sommige gevallen hebben ouder en kind contact op een locatie van Youké.

Besluit door de kinderrechter

Een door de rechtbank vastgestelde bezoekregeling (bij Ondertoezichtstelling –OTS- en voogdij) dient te worden gevolgd. Ook als deze vóór de uithuisplaatsing is vastgesteld, bijvoorbeeld bij gescheiden ouders. Als er redenen zijn voor verandering kan de (gezins)voogd alleen via de kinderrechter verzoeken de bezoekregeling te wijzigen. Wanneer de rechter heeft bepaald dat een bezoekregeling begeleid dient te zijn, moet de (gezins)voogd zorg dragen voor een juiste uitvoering hiervan. Kinderen (12 jaar en ouder) en/of ouders kunnen bezwaar maken bij de kinderrechter tegen het besluit. Een pleegouder kan dat niet.

Pleegoudervoogdij

Gezag over een kind dat uitgeoefend wordt door een ander dan de eigen ouder noemen we voogdij. Als de voogdij wordt uitgeoefend door een pleegouder spreken we van pleegoudervoogdij. Bij langdurige pleegzorg is vaak sprake van een zogenaamde justitiële plaatsing: een gecertificeerde instelling voerde de ondertoezichtstelling uit. In het kader daarvan is een pleegkind in een pleeggezin geplaatst. Als de terugkeer naar de ouders redelijkerwijs niet meer mogelijk is, volgt vaak een gezagsbeëindigende maatregel. Een gecertificeerde instelling wordt dan meestal belast met de voogdij. Het eerste dat de jeugdbeschermer na de gezagsbeëindigende maatregel doet, is onderzoeken wat het perspectief is van het pleegkind. De vraag komt daarbij aan de orde of pleegouders de voogdij (op termijn) op zich willen nemen.

Samenwerking tussen ouders en pleegouders

Op dit moment kun je niet voor je kind zorgen en woont je kind in een pleeggezin. Soms zijn ouders bang dat het kind langer dan noodzakelijk bij pleegouders blijft. Als bovendien blijkt dat het goed gaat met je kind in het pleeggezin, kun je je als ouder schuldig voelen. Je voedt je eigen kind het liefst zelf op. Het benoemen van deze gevoelens kunnen het contact tussen jou als ouder en pleegouder makkelijker maken. Pleegouders helpen jou als ouder door je bij de ontwikkeling van je kind te betrekken en begrip te tonen voor jouw situatie. Samen met pleegouders en de pleegzorgbegeleider bespreek je of je bijvoorbeeld een keertje mee kan naar bijvoorbeeld een voetbaltraining, een ouderavond op school of een bezoekje aan de kapper of speeltuin. Deze gezamenlijke activiteiten bevorderen de samenwerking. Dat is fijn voor je kind en zo zoeken we met elkaar naar de beste weg voor jouw kind.