Het verhaal van een pleegoma
Pleeggrootmoeders vormen een aparte groep binnen de pleegzorg. Dat bleek ook uit een Nederlands-Belgisch onderzoek waaraan Youké onlangs meewerkte. Een van onze pleegoma’s aan het woord:
Pleeggrootmoeder zijn. Ik had nog nooit stil gestaan bij wat het inhoudt tot ik zelf zo’n pleegoma werd. Inmiddels weet ik heel goed hoe het is om een pleegoma te zijn. Hoe complex dit soms is, hoe fijn het is dat je je kleinkind zelf kunt opvoeden in plaats van een pleeggezin, hoe geweldig dat je de opvoeding helemaal kunt meemaken, maar ook hoe moeilijk dat soms is. Jouw kind die de ouder is van je kleinkind maar zelf niet voor het kind kan zorgen. De pijn , frustraties, onmacht, ruzies die hier uit voort kunnen vloeien. Het is iets waar je van te voren niet bij stilstaat maar waar je in groeit.
De relatie met je eigen kind verandert hierdoor. Je bent de ‘moeder’ van beiden. Maar je eigen kind is de ouder van haar of zijn kind. Zij moeten het ouderschap uit handen geven. En dat is soms heel zwaar. Je kind voelt zich niets waard, gepasseerd, is boos, wil misschien niets meer met je te maken hebben. Wil zelf de opvoeding doen maar mag dit niet. Als pleegoma moet je de balans zien te vinden tussen je kind en kleinkind. Tevens wil je stimuleren dat ouder en kind een goede band hebben. Waarbij je kleinkind op dat moment voorop staat. Wat moeilijk te aanvaarden kan zijn voor je kind. Hierdoor zit je vaak in een spagaat.
Jij bepaalt wanneer je kleinkind naar bed moet, wat hij eet of drinkt, naar welke school hij gaat, welke sporten hij gaat doen en welke kleding hij draagt.
Soms ben je een wat oudere oma, waardoor er een generatiekloof kan zijn. In mijn geval is dat niet zo. Je wilt je kleinkind kunnen bijbenen. Je wilt bijvoorbeeld kunnen zien wat je kleinkind doet op de mobiele telefoon. Daar zijn zij handig mee, des te meer reden om het zelf ook (goed) te kunnen. Als pleeggrootouder is het daarom fijn om een goede relatie te hebben met de pleegzorgmedewerker. Het is belangrijk om je hart te kunnen luchten als het allemaal wat minder gaat. Eerlijk te kunnen zeggen hoe je ergens over denkt en daarin gehoord te worden. Dat geldt voor ieder mens en zeker ook voor een pleegoma. Elkaar vertrouwen is hierin een must. Dit heeft tijd nodig. Wisseling van pleegzorgmedewerker kan ervoor zorgen dat dit veel moeilijker gaat.
De pleegzorgwerker heeft veel kennis van alle regels die in dit land gelden. Zij kunnen je helpen de juiste weg in te vinden. Misschien kun of wil je voogd worden van je kleinkind. Zij vertellen of dat reëel is, wat de argumenten voor en tegen zijn en hoe je zo’n proces in werking zet. Of wanneer jeugdzorg een rol speelt en welke rol zij spelen.
Maar ook praktische dingen als het financiële plaatje. Er moet een kinderkamer komen, sportclubjes, kinderpartijtjes gevierd en ga zo maar door. Je krijgt een vergoeding en ik vind dat je daar veel mee kunt doen voor je kleinkind. Maar stel dat er veel medische zorg nodig is, is er dan een mogelijkheid daar financiële hulp bij te krijgen.
Mijn ervaring met zowel jeugdzorgmedewerkers als pleegzorgmedewerkers is goed.
Naar mijn idee is er wederzijds vertrouwen en respect. Zij staan open voor mijn verhalen, mijn vragen, mijn hulpvragen. Ook als andere gezinsleden vragen hebben of aandacht willen is daar ruimte voor. Mijn jongste kind kreeg ooit via de jeugdzorgmedewerker een cadeaukaart net als mijn kleinkind. Zo lief en attent, dat doet een pleegoma goed.
Voor mijn gezin geldt dus dat ondanks dat alles anders is gelopen dan we hoopten, we het goed hebben met z’n allen. Onderling goed contact en een prima begeleiding van pleegzorg. Dit is voor mijn kleinkind de beste manier om op te groeien en een gelukkig en blij kind te blijven.
Een pleegoma.