"Geen oordeel geven is best ingewikkeld"

Pleegouder bij Youké, Hélène van der Woerd en onze collega Marleen van Steveninck gaven samen een interview voor de zorgspecial van 9 november 2024 voor De Stad Amersfoort. Lees hier hun verhaal.

In de week van de pleegzorg van 6 tot 13 november is er extra aandacht voor pleegzorg en het tekort aan jeugdhulp. Hélène van der Woerd (56) en haar man Alex (55) uit Amersfoort zijn al bijna twintig jaar pleegouders. Zij hebben vier pleeg- kinderen in hun gezin opgenomen. Het eerste meisje bleef dertien jaar, de laatste is 1 augustus uit huis gegaan.

Kinderen en jongeren zitten in hun hart. Ze deden jeugdwerk in de kerk en Hélène heeft een jaar bij Slachtofferhulp gewerkt. De schrijnende situaties die ze daar tegen kwam, maakte dat zij en haar man graag kinderen wilden helpen die een stabiele omgeving nodig hadden. „We kenden wat voorbeelden van pleeggezinnen in onze omgeving en ook wij wilden wat betekenen met ons gezin.”

Na het volgen van een cursus stonden ze bij de christelijke organisatie SGJ een jaar op een wachtlijst. „Maar na een gesprek bij Youké in Amersfoort kregen we na een week al een telefoontje dat er mogelijk een pleegkind voor ons was, een meisje van vijf. Er werd uitgelegd dat het een spoedsituatie was. Haar ouders zouden hun huis verliezen en wilden niet met de kinderen op straat leven. Het zou in eerste instantie voor een maand zijn, maar die situatie werd niet meer stabiel. Je moet vooraf wel bedenken wat voor kind in je gezin past. Onze drie eigen kinderen waren toen in de basisschoolleeftijd. Onze oudste dochter wilde de oudste blijven en dat het per se een meisje moest zijn, want er waren al twee jongens in het gezin. Het pleegkind was drie jaar jonger dan ons jongste kind. Dat was ook het advies van de organisatie. Maar onze jongste was gewend dat hij altijd naast mij naar school fietste, en moest nu die plek delen. Dat was ‘een ding’.”

‘Ze vond het niet fijn om in een pleeggezin te wonen, maar kon ook niet meer naar huis.’

SETTELEN
Het eerste jaar verliep zonder grote problemen, maar het nieuwe gezinslid kende ook moeilijke momenten. Hélène: „Het lijkt me moeilijk om op zo’n jonge leeftijd ergens te worden achtergelaten. Je ergens settelen gaat nooit helemaal lukken. Ze heeft tijden gekend dat ze absoluut niet bij ons wilde wonen en ook onze kinderen hebben weleens gezegd het niet meer leuk te vinden. Maar toen we er zelf over dachten te stoppen, na wat gedoe met onze gezinsvoogd en organisaties, zei onze oudste dochter, toen zestien, dat onze pleegdochter niet het huis uit mocht. Ze voelde zich verantwoordelijk.”

De pleegdochter is nu 22 en woont inmiddels weer bij haar moeder, maar de band met het pleeggezin is gebleven. „Onze oudste dochter is in juni getrouwd en daar was de pleegdochter bij. Dat zegt wel genoeg. Ook de samenwerking met de biologische ouders was goed. Als zij toestemming en support geven om ergens anders op te groeien, is dat voor het kind het fijnst. We zijn op haar verjaardag geweest om de periode af te sluiten en we konden er allemaal goed op terug kijken.”

Met het ‘laatste’ pleegkind was de band anders. Zij was al 17 toen ze bij het Amersfoortse gezin kwam wonen, maar de andere kinderen waren toen al uit huis. „Ze is via een oproep op LinkedIn bij ons gekomen en kwam niet juichend bij ons binnen. Ze vond het niet fijn om in een pleeggezin te wonen, maar kon ook niet meer naar huis. Omdat ze niet bij ons is opgegroeid is, voelde ze zich te gast. Op die puberleeftijd ga je je niet meer hechten. Grappig is dat ze aan onze oudste zoon advies vroeg hoe ze met ons als pleegouders om moest gaan.”

‘Grappig is dat ze aan onze oudste zoon advies vroeg hoe ze met ons als pleegouders om moest gaan’

Doordeweeks was ze in Amersfoort en in het weekend om en om bij haar gescheiden ouders in Hilversum. „Ik merkte gaandeweg dat ze daar liever was. Dat heeft ook impact op een kind als daar minder regels zijn. Ik moest proberen daar geen oordeel over te hebben, ook niet over keuzes van biologische ouders, maar dat is best ingewikkeld. Hamburgers, cola of schermtijd – gechargeerd gezegd – moet je loslaten. Maar als de veiligheid in het geding komt, moet je wel aan de bel trekken.”

Toch zijn er ook zeker positieve herinneringen. „Na anderhalf jaar wilde ze niet meer bij ons zijn, maar toen we 30 jaar getrouwd waren ging ze wel mee op het weekend weg met onze eigen kinderen die nu 30, 28 en 25 jaar zijn. Ze vond het fijn om onderdeel te zijn van een gezin, blijkbaar had ze daar toch veel behoefte aan.”

HOE WORDT JE PLEEGOUDER?
Pleegkinderen komen haast nooit uit een normaal functionerend gezin, weet Marleen van Steveninck, medewerker werving en selectie van pleegouders bij Youké. „Vaak is er een heftige reden waarom kinderen uit huis moeten. We willen liever dat kinderen thuis opgroeien dan dat ze uit huis geplaatst worden. Maar helemaal in deze tijd blijven ze nog te lang thuis. Wij adviseren pleegouders om pleegkinderen aan te nemen die twee jaar leeftijdsverschil heeft met hun eigen kinderen, anders zitten ze teveel in dezelfde ontwikkelfase en elkaar in de weg.”

‘Onze jongste was gewend dat hij altijd naast mij naar school fietste, en moest nu die plek delen. Dat was ‘een ding’

Er zijn verschillende vormen van pleegzorg: voltijd, deeltijd (weekend of doordeweeks) en crisisopvang. In het laatste geval is er weinig tijd om te matchen, maar normaal gesproken gaat daar een uitgebreide procedure aan vooraf. „Meestal melden mensen die pleegouder willen worden zich aan na een informatieavond. Wij bellen dan en nodigen hen uit voor een oriënterend gesprek. Ook is er een verklaring van geen bezwaar van de raad van de kinderbescherming nodig.

Als mensen daarna door willen, vragen wij twee referenties uit hun netwerk. We gaan dan ook een persoonlijk gesprek van een uur aan met de pleegouders, die vervolgens vier trainingsavonden krijgen. Ze krijgen informatie over hechting en trauma en doen opdrachten. Na het gezinsonderzoek – een screening over eigen verleden en opvoeding – worden ze wel of niet geaccepteerd en komen op de wachtlijst van pleegouders.” Want hoewel er nog steeds een tekort is, moet de match wel goed zijn. „Het kan een jaar duren, maar ook snel gaan.”

Na een plaatsing wordt een pleegzorgbegeleider gekoppeld, waar pleegouders met hun vragen terecht kunnen. Zij zijn adviserend en bieden een luisterend oor. Maar een pleegzorgwerker is niet 24/7 beschikbaar en als alternatief is er de Gezinsparaplu. Dit is een netwerk in regio Eemland om als pleegouders ervaringen te delen en tips te geven.

Bron: BDU Media/De Stad Amersfoort, Marco Jansen
Foto: BDU Media/De Stad Amersfoort, Marco Jansen

Liever online lezen? Check pagina 28/29  https://lnkd.in/drZY-cQU

Deel dit bericht: